Contrabas
De contrabas is het grootste en laagste snaarinstrument in de strijkinstrumentfamilie, die verder bestaat uit de viool, altviool en cello. Het heeft meestal vier snaren, maar sommige modellen kunnen er vijf hebben. De snaren zijn gestemd in een lage toonhoogte: meestal in E, A, D en G, van laag naar hoog, hoewel de snaren ook in andere tuningen kunnen worden afgesteld.
De contrabas wordt doorgaans bespeeld met een strijkstok (in de klassieke muziek) of door de snaren met de vingers te plukken, wat pizzicato wordt genoemd. Vanwege de grote omvang van het instrument zijn de afstanden tussen de noten veel groter dan op de andere strijkinstrumenten, wat de techniek complex maakt. Dit vereist dat de bespeler zijn vingers met precisie en kracht plaatst.
Het instrument wordt in veel verschillende muziekgenres gebruikt, maar vooral in klassieke muziek, jazz en pop. In een symfonieorkest speelt de contrabas een belangrijke rol als fundering voor de harmonie en het ritme, met zijn diepe, rijke klank. In jazz wordt het vaak gebruikt om het ritme te begeleiden en tegelijkertijd de harmonie te ondersteunen.
De contrabas is niet alleen groot van formaat, maar ook krachtig van klank, met een bereik van de lage registers tot in de hogere tonen. De grootte en de techniek maken het een uitdagend instrument om te bespelen, maar de contrabas is essentieel voor de dynamiek en het bereik van een ensemble.